LEES VERDER
Nog geen vijftig jaar geleden spraken we in Nederland voornamelijk Nederlands en nauw aan het Nederlands verwante talen. Inmiddels is de situatie drastisch veranderd: in Nederland wonen nu meer dan 2,5 miljoen mensen die zijn opgegroeid met één of meer andere talen naast het Nederlands. Nederland is een multiculturele en meertalige samenleving geworden. Deze trend zet de komende decennia alleen maar door. Het is daarom opvallend dat de aandacht voor talen en meertaligheid eerder is afgenomen dan is toegenomen.1 Eentaligheid is nog steeds de norm in onze samenleving. Zo worden meer- en anderstalige kinderen onnodig op een achterstand gezet!
De voordelen van een meertalige opvoeding zijn enorm: Meertalige kinderen leren eerder abstract denken, hebben een betere concentratie dan eentalige kinderen, leren sneller technisch lezen en leren makkelijker nog een vreemde taal erbij (naast het Nederlands). Wanneer kinderen met hun ouders (en andere familie) in de moedertaal kunnen praten, bouwen ze een goed contact op. Zo kunnen kinderen zich op sociaal-emotioneel vlak ontwikkelen. Daarnaast maken ze kennis met de geschiedenis en cultuur van hun familie. De moedertaal sterkt op die manier de identiteitsontwikkeling van de kinderen.2
Het onderhouden van de moedertaal is bovendien essentieel voor het leren van een tweede taal. Marinella Orioni, auteur van meerdere boeken over het onderwerp meertaligheid, vertelt dat vaak wordt gedacht dat de thuistaal de schooltaal in de weg staat. Maar het is andersom: de talen kunnen elkaar juist helpen. Belangrijke voorwaarde is wel dat er voldoende taalaanbod is. Want een taal leren gaat niet vanzelf. “Meertaligheid gaat voor kinderen vrij automatisch, maar toch zal je als ouder er wel wat voor moeten doen thuis. Je moet je kinderen echt blootstellen aan de taal, er actief met hen aan werken.” Voor meer- en anderstalige kinderen geldt dat een goede beheersing van de thuistaal garant staat voor een goede beheersing van de schooltaal. Maar andersom geldt hetzelfde: een zwakke beheersing van de thuistaal betekent ook een zwakke beheersing van de schooltaal.3
Daarom pleit ik voor een herwaardering van de thuistaal. Laten we ouders ondersteunen om een taalrijke thuisomgeving te creëren in de taal van hun hart. Zo sterken we hen in de rol van leesopvoeder. Dat kan vanuit leesbevorderingsprogramma’s zoals ThuisTaal en de VoorleesExpress en dat kan vanuit het Taalhuis. We maken ouders en kinderen bekend met het voorleesritueel, het leesplezier, en de rijkdom van meertalige, anderstalige, tekstloze, digitale en geanimeerde (prenten)boeken. Ouders kunnen hun kinderen stimuleren in de taal die zij zelf ook goed beheersen, op een manier die bij hen past. En kinderen kunnen ervaren dat hun thuistaal er mag zijn. Zo nemen we de drempels weg en geven we elk kind een kansrijke start.
Door Karien van Buuren | karien.vanbuuren@rijnbrink.nl